Plantenvijver

Bookmark and Share In een plantenvijver draait het om (water)planten. Er zitten in dit type vijver dus nauwelijks tot geen vissen, omdat die de planten opeten. De goudelrits, zonnebaars en goudwinde zijn vissen die wel geschikt zijn voor dit type vijver, mits de aantallen gering blijven. Zij eten namelijk geen planten. Zitten er te veel vissen in een vijver, dan zal het water snel vertroebelen door het overschot aan afvalstoffen die de vissen produceren.

Het is belangrijk een plantenvijver aan te leggen in verschillende dieptes. Op deze manier komen de verschillende plantensoorten het meest tot hun recht en zullen zij het best groeien. Het is belangrijk hier aandacht aan te schenken tijdens de aanleg van een plantenvijver. Daarnaast is het belangrijk dat de vijver gedurende de dag ten minste voor de helft zon heeft, dit ter bevordering van de groei en bloei van de planten in de vijver. Houdt u hier geen rekening mee, dan zullen de planten al snel doodgaan en de vijver zal troebel worden.

Een plantenvijver is gemiddeld 20 tot 120 cm diep, afhankelijk van de beplanting. Moerasplanten gedijen het best bij een diepte van ongeveer 20 cm, voor waterplanten is dit 40 cm en voor zuurstofplanten en waterlelies ligt de ideale diepte tussen 100 en 120 cm.

Een belangrijk kenmerk van een plantenvijver is de rust in het water. Het water mag niet te veel stromen of circuleren. Zuurstofplanten houden het water helder. Het voordeel hiervan is dat een plantenvijver een minimum aan techniek nodig heeft. Eventueel kan er een luchtpomp geplaatst worden om te zorgen dat het wateroppervlak in de winter niet dichtvriest. Wilt u het vijverwater gegarandeerd kraakhelder houden, dan is het installeren van een filtersysteem een optie.

Een plantenvijver vergt relatief weinig onderhoud. Naast het onderhouden van de planten hoeft er maar af en toe controle van de waterkwaliteit plaats te vinden. De planten zelf zijn jaarlijks te splitsen en te vermeerderen, waardoor de investering, buiten de aanleg, in principe grotendeels eenmalig zal zijn.

De perfecte plantsoorten voor de plantenvijver:

- Zuurstofplanten; misschien wel de belangrijkste planten in de vijver, zij houden het water helder en voorzien het van zuurstof. De meeste zuurstofplanten vormen geen echte wortels, maar draden waarmee ze zich op hun plaats houden. Zuurstofplanten groeien erg snel. De bekendste zijn onder andere het glanzend fonteinkruid, bronmos en waterpest.

- Drijfplanten; waterplanten die op het wateroppervlak drijven. Drijfplanten halen hun voedingsstoffen uit het vijverwater, maar stoten hun zuurstof direct in de atmosfeer uit. Hierin verschillen ze dus sterk van zuurstofplanten. Ze zijn een goede oplossing wanneer zuurstofplanten niet goed willen groeien, vooral in nieuwe vijvers waar nog niet veel koolzuur in zit. Voorbeelden van drijfplanten zijn onder andere kikkerbeet, azolla, waternoot en waterhyacint. Deze laatste komt van origine uit de tropen en is dus niet winterhard.

- Lelieachtigen; waterplanten met een grote wortelstok welke zich in de (klei)grond vastzet. Aan het wateroppervlak groeien drijfbladeren en bloemen. De wortel heeft veel ruimte nodig (grote mand). De plant zelf voegt niet veel toe aan het helder houden van het water, maar is prachtig om te zien, vooral in bloei. De bekendste is uiteraard de waterlelie, tegenwoordig verkrijgbaar in verschillende maten en kleuren.

- Moerasplanten; deze vormen de grootste groep waterplanten. De wortels van moerasplanten staan in het water, terwijl de bladeren en bloemen boven het wateroppervlak uitkomen. Verschillende soorten verdragen verschillende waterdieptes, en worden daarom vaak gebruikt als overgang tussen vijver en land, om een natuurlijk effect te creëren.